(foto's over een paar dagen)
17
september donderdag
Het regent
nog steeds en het is maar een paar graden boven nul als we opstaan.
We willen in Yellowstone blijven zolang het weer het toelaat, en we
beginnen ons af te vragen... Een piepklein wandelingetje, het
heuveltje aan de overkant van de weg, vanwaar we de hete bron in de
rivier hadden kunnen zien, wordt al bijna onmiddelijk afgebroken.
Henk heeft wel twee foto's van de camper op de camping. De rest van
de dag luieren we met knuffeldekentjes en de verwarming aan. Er ligt
sneeuw op de bergrand achter het heuveltje. We kijken gezellig wat er
volgende week te beleven is in de Grand Tetons en Bryce Canyon.
18
september
Hoera! Het
is droog! Als de wolken in de verte van de bergtoppen afblazen zien
we prachtige sneeuw. Het is al van ons eigen bergruggetje
afgesmolten, dus maak ik gauw een heleboel foto's om precies de
zonsopgang te pakken te krijgen. De lucht is weer mooi blauw. Toch
haalt Henk maar de vierkantjes isolatieplaat uit het bergvak onder de
camper en duwt ze in de dakventilatiegaten. Omdat we morgen weg gaan
kunnen we het schone water vandaag opmaken, dus draaien we lekker een
wasje. 's Middags geven we de wolven nog een keer de kans om zich te
laten zien. We nemen dikke boterhammen mee, maar eerst gaan we nog
een keertje kijken bij de Tower. Daar is een heel ongewone
rotsformatie. Henk maakt nog een paar sneeuwfoto's. Onderweg naar de
Lamar Vallei staat er weer een file. Bisons misschien? Nee, een mamma
zwarte beer met een baby beneden van de weg, en een paar park rangers
staan het verkeer te regelen. Hoe weten jullie altijd waar de wilde
dieren zijn, vraagt iemand. Van jullie, zegt de ranger, iedereen
staat midden op weg stil ;) Een stukje verderop merken we dat we niet
over Blacktail Plateau kunnen, die weg is nu voor de winter gesloten.
Na nog een file – deze keer wel bisons – trekken we een
parkeerterreintje in in Lamar Vallei . Wat zien jullie, vragen we, en
de man met de enorme lens zegt, die twee zwarte spikkels aan de
overkant, dat zijn zo te zien twee grizzlies. We kijken een tijdje,
rijden door naar het volgende parkeerplekje, gaan ons al gauw
vervelen, krijgen het koud, en besluiten de wolven te bewaren voor
ons volgende bezoek aan YSNP. Henk maakt wel nog een paar mooie
besneeuwde bergplaatjes.
19
september zaterdag
Vandaag
begint de tocht naar het zuiden naar Los Angeles. Onze volgende halte
is in de Grand Tetons, niet erg ver, dus ontbijten we op ons gemak en
het is half tien voor we op weg zijn. Er ligt rijp op de auto, op de
picknicktafel, en op het dak van de camper – dit weet ik omdat ik
het dak opga om het zonnepaneel eraf te halen. Normaal klim ik er op
mijn blote voeten op, maar vandaag denk ik, ik hou mijn sokken aan.
Het helpt helemaal niet, mijn arme teentjes worden erg koud. En nat.
;)
Er is
vandaag blijkbaar een fietsevenement, en er rijden fietsers aan
allebei de kanten van de weg, die toch al nauwelijks een berm heeft.
Wel spannend. We proberen nog een keer om Grand Prismatic Spring te
bekijken, maar er staan passagiersauto's op alle
camper/busparkeerplaatsen :( Dus op naar de zuidingang en de Grand
Tetons. We zien hier en daar mooie herfstkleuren, ook rood, tot nu
toe waren er alleen gele espen en half-gele wilgen. We arriveren om
half twee op de Colter Bay Campground, we hebben alweer zo'n geluk,
he, er zijn alweer maar twee plekjes over. Alleen is het maar voor
een nacht, niet twee, want ze sluiten morgenochtend voor de winter.
We eten snel een hapje en gaan gelijk op weg om twee hele dagen
rondkijken samen te persen tot twee halve. De enige route is een
rondweg dus dat komt goed uit.
We zien de
Teton bergrug al gelijk, maar het wordt alsmaar mooier. Henk maakt
prachtfoto's. Een ranger bij de zuidingang geeft ons een mooi
souvenirkaartje. Het is veel kleinschaliger dan YSNP dus zijn we op
ons gemak tegen etenstijd terug, en gaan een hapje eten in the Colter
Bay Lodge. We pakken niets uit in de kampeerbus want we gaan morgen
toch weer weg.
20
september zondag
Het vriest
weer vanochtend – niet ijskoud, maar rijp op de auto en de
picknicktafel. Het is heerlijk fris en tegen 9 uur is het zelfs al
lekker warm. We stoppen bij het dump station, altijd handig, voor we
de Colter Bay camping verlaten. We staan bijna gelijk weer stil om
een paar mooie plaatjes te maken bij Oxbow Bend, waar je de
weerspiegeling van de bergen in het water kan zien. Mooi warm
ochtendlicht :) Er worden ook een handjevol Canada ganzen
weerspiegeld, een paar gewoon zwemmend en een paar met de staart
omhoog net als gewone eenden. We hebben Canada ganzen dat nog nooit
zien doen!
Langs route
26/89 op weg naar Jackson Hole merken we op dat de lange, lage
omheiningen nogal krakkemikkig zijn. Misschien overblijfselen van
vroeger? - en de bisons van de ranches vinden het blijkbaar ook niet
echt nodig om ervoor te stoppen , ze lopen er gewoon dwars doorheen;)
. Henk neemt nog een paar foto's van adembenemende berglandschappen
bij Teton Point Turnout en dan wurmen we de bus door Jackson, een
klein toeristenstadje. Hier moeten we kiezen tussen een paar routes
naar Utah; welke we ook nemen, het is een omweg, want we moeten de
valleien volgen tussen de bergruggen door, en die lopen in de
verkeerde richting. Ik denk dat ik doorheb welke route Henk wil
nemen, neem de verkeerde, maar het maakt weining uit. Het is een
prachtige rit. We volgen route 26 zuidzuidwestelijk om de Grand
Tetons heen, dan buigen we naar het noordnoordwesten, tussen de Snake
River Range en de Caribou Range. We hebben geluk dat het zoveel heeft
geregend, want anders lag er geen sneeuw op de Grand Tetons :) Toen
we door Wyoming reden op route 80 zagen we maar een paar bergen, en
dit doet de staat niet echt eer aan; het noordwesten is fantastisch.
We verlaten
Wyoming, en gaan de grens naar Idaho over, via route 26 in Alpine
Junction. En meteen zien we op de borden langs de weg dat er hier
geen “wilde dieren” de weg over steken, maar wel “game” -
jachtbuit. Een iets andere blik op het leven... Niet dat we wilde
beesten zien, er zijn nu weer alleen koeien in de uiterwaarden. We
eten een slaatje voor lunch op een mooi plekje en dan bereiken we
Idaho Falls en Interstate 15 – voor het eerst op de grote weg sinds
Rawlins, Wyoming. Het is minder mooi maar gaat wel een stuk sneller.
In Utah rijden we langs 150 km reklameborden, van Ogden tot voorbij
Salt Lake City. We zoeken de WalMart in Payson op als het etenstijd
is, halen wat boodschapjes, koken iets lekkers, en hebben een paar
uur om ons te ontspannen.
21
september
Vandaag
rijden we maar een klein stukje. Het is hier het land van de
saliestruiken en geelbloeiende konijnebosjes, en een beetje verderop
ook jeneverbessen – typische vegetatie van droge (maar niet
woestijnachtige) gebieden. Nog geen tuimelkruid of kaktussen. Aan het
eind van de ochtend verlaten we rte 15 weer en doen een stukje 20
oost en 89 zuid, over een kleine pas aan het noorden langs het
Markagunt plateau. Dit is weer bergachtiger, met steile hellingen en
bladverliezende bomen. We herkennen de bomen niet. Als we route 12
(oost) oprijden zitten we tussen de rode rotsen, gaan door een paar
rode rotstunnels, en arriveren om half een bij Bryce Canyon. Een van
de twee enige kampeerplekjes dat nog open is (hmm), en deze is beter
dan die andere, het is ontzettend eng boven een muurtje en we krijgen
allebei een paar hartaanvallen bij het parkeren van de bus, om 'm net
ver genoeg van het pad af te zetten, en dat is vlak boven de stenen
muur. We gaan eventjes zitten met een kopje thee om de bloeddruk weer
te laten dalen, maar al gauw zijn we weer op de been voor een
wandelingetje, het Navajo pad af, 1,5 km naar beneden en 1,5 km weer
naar boven. Ik denk ongeveer 200 m vertikaal. Het is een ERG steil
zigzagpad naar beneden tussen de hoodoos door, om een uitstekend stuk
rots heen, en zigzag weer omhoog tussen nog meer hoodoos. Hoodoos
zijn rotsformaties die op zo'n manier zijn afgesleten dat ze net op
levende wezens lijken – reuzen, dwergen met baarden, koningin
Victoria, een schaakspel. Enorm gaaf. Bryce is een van de meest
verbazingwekkende plekken die we ooit gezien hebben.
Weer op de
camping kletsen we met onze buren uit Nieuw Zeeland, klagen erover
dat er in Utah, dat opgericht is door Mormonen, geen wijn te koop is;
en na het eten deelt Henk een van zijn laatste flessen met ze. Wat zo
leuk is van kamperen is de mensen die je allemaal ontmoet!
22
september dinsdag
Er is een
wandeltocht die we willen doen, een flinke lange, dus willen we vroeg
de deur uit; maar het is kil en dan loop ik altijd te snel. Er is ook
regen op komst, zegt het weerbericht,. Wat allebei op een flinke
wandeling niet goed is, dus veranderen we van plan en rijden naar
Kodachrome Staatspark en/of een leuke waterval een stuk verderop op
route 12. Eerst stoppen we bij het bezoekerscentrum van het Grand
Staircase Escalante Nationale Monument. De mevrouw aan de balie
vertelt ons over Willis Creek, een beekje dat door vijf
sleutelgatkloofjes loopt, en iedere kloof is dieper (hoger?) dan de
vorige. Als die donkere wolken, daarginds, heuvelopwaarts van waar je
bent gaan regenen, zegt ze, heb je 40 minuten om de kloven uit te
komen. Dat is anders gevaarlijk. Maar het is best wel genoeg tijd,
als je goed op de wolken let, zegt ze. O ja, en je hebt een auto
nodig die hoog op zijn wielen staat om bij het begin van de wandeling
te komen. Ja, die auto hebben we, en het regent op het ogenblik
niet, de zon schijnt zowaar en het is best lekker geworden; dus
natuurlijk gaan we naar Willis Creek. De zijweg vinden: ja; 9 km over
een “onverbeterde” weg, ongeplaveid, kuilen, op en neer en door
andere beekjes heen die door het rode zand (de rode modder) stromen:
ook; het parkeerterreintje: idem; en we beginnen een enorm leuke
wandeling. Ongeveer 4 km lang stappen of springen we heen en weer
over het beekje. Op een gegeven ogenblik ga ik een platte steen
meedragen om met droge voeten over het volgende iets-te-brede stukje
beek heen te komen. We kunnen om de haverklap de kloofmuren links en
rechts tegelijk aanraken. De kiezels in de beek hebben alle kleuren
van de regenboog, alle kleuren van de klippen in Escalante: paars,
donkerrood, roze, oranjerood, oranje met rode spikkels, geel, wit,
groen, blauw, grijs. Ik stop hoe langer hoe meer kiezeltjes in mijn
broekzakken – en kom er dagen later achter dat je dat natuurlijk
helemaal niet mag... oeps... De kloven worden dieper en dieper, de
hogere muren zwart geworden door hun enorm hoge leeftijd, behalve
waar er niet zo lang geleden (geologisch gezien) een groot stuk uit
is gevallen. De gevallen rots ligt in het midden van het beekje. De
muren zijn gestreept en gegolfd, eeuwenlange erosie van het zandsteen
door de vaak bruisende beek met al zijn kiezels. We kijken naar de
lucht om te zien of het boven Bryce regent – we willen zelf niet
meegebruisd worden – en realiseren ons, geen enkele kans dat we dat
kunnen zien; we zien alleen maar een erg smal stukje lucht recht
boven ons. Nou ja. Maar goed dat de zon schijnt, dat geeft vertrouwen
;)
Uiteindelijk
gaan we terug, stappend en springend, en krijgen allebei nu wel natte
voeten; eten onze lunch op een platte steen in een breder stukje, en
komen in volle zonneschijn weer bij de auto aan. Er is nog genoeg
middag over om bij Kodachrome te gaan kijken. Dat is ook best leuk.
Als we er eerst naar toe waren gegaan hadden we waarschijnlijk de
rare zandsteenpijpen beter gewaardeerd...
23
september
Het is 's
nachts heerlijk koel en we slapen prima. Het is de laatste dag van
onze vakantie: morgen rijden we naar Los Angeles, naar Deirdre en
Jeff en de kinderen, die we vrijdag gaan opzoeken :) We genieten van
een stevig ontbijt en om een uur of 9 beginnen we aan de wandeling
die we gisteren hadden willen maken: de Fairy Loop Trail, de
feeencirkel, een grote lus: eerst langs de bovenrand van Bryce
Canyon, dan naar de kloofbodem, op en neer en om hoodoos en rotsmuren
heen, over gladde rotsstukken, langs de Tower Bridge formatie, en
weer omhoog naar de bovenrand. We hebben genoeg granola repen en
gedroogde mango reepjes bij ons, maar niet genoeg water (nooit genoeg
water), en we stoppen regelmatig om foto's te nemen en op adem te
komen. Er zijn ruggetjes waar het aan allebei de kanten nogal naar
beneden gaat, droge beekjes, kruimelende hellingen, prachtig rode
rots en een deepblauwe hemel. Fantastisch fantastisch fantastisch.
Mijn Fitbit zegt trots: 6 uur, 13 ½ km, 139 trappen op, 22 duizend
stappen. We hebben ons best gedaan! Als we terug zijn drinken we een
heleboel water, nemen een douche, eten lekker vroeg, en pakken de
camper in voor de rit vanmorgen. We willen super vroeg op weg, dus
doen we wat we kunnen om de dieselherrie voor de buren zo veel
mogelijk te beperken. De uitschuifmuren gaan dus ook alvast naar
binnen, en we hoeven morgen alleen maar te ontbijten en weg te
rijden. Henk heeft de wielen precies laten staan bij het parkeren,
dus eruit wordt veel makkelijker dan erin ;)
donderdag
24 september
We kruipen
stilletjes om half 7 de camping uit. Van Bryce to Kanab, route 12, 89
(we komen langs Angel Canyon en sturen in gedachten onze groetjes naar de dieren
in het opvangcentrum), dan zuidwest en west, 389, 59, 9, pakken een
hoekje Arizona mee, en weer terug op 15 – dit alles om een paar
kleine maar steile pasjes te vermijden over de Markagunt rug. De weg
leidt ons door prachtige knalrode, witte, roze, grijsgroene, zwarte
klippen die schitterren in de ochtendzon. Het lijkt op de mesa's van
New Mexico, de weg loopt bijna vlak en dan is er ineens een helling
van 6% door een klip/mesa, gevolgd door weer een vlak stuk. Er is
zelfs een 8% helling bij Hurricane. Eng.
Als we
eenmaal weer op de 15 zitten kunnen we zien dat we nu in een woestijn
zitten: yucca's, creosote struiken, grote kaktussen, en geen
konijnebosjes en saliestruiken meer. Arizona en Nevada hebben hun
eigen woeste schoonheid van de eeuwenoude, gevouwen rotslagen in de klippen.
Dan zijn we in Californie waar er geen parkeerplekken langs de weg zijn. De borden
zeggen wel, over zoveel km een parkeerplaats, maar als je zover bent
zegt het nieuwe bord: gesloten, en de volgende is over zoveel km.
Die is ook gesloten. Niets tussen Las Vegas en Barstow. We hebben
honger, dus uiteindelijk loop ik wiebelend door de botsende bus –
slecht wegdek - naar de koelkast om boterhammetjes te maken. De bus
botst nog eens extra net als ik de koelkast open doe, en een grote
glazen pot met drinkwater springt eruit en breekt op de vloer :(.
Aan de positieve kant, Henk ziet een van de drie vermiste
staatnummerborden: Alabama! Nu hebben we alleen nog Maryland en North
Dakota nodig.
De reis van
de herfst 2015 beeindigt in Acton nadat we in Victorville de 15
hebben ingeruilt voor 18, een omweggetje hebben gemaakt naar 138,
noordelijk aan de oostkant van de San Gabriel bergrug naar Palmdale,
dan op 14 naar het westen, naar dezelfde camping als vorige winter.
Zo te zien is het niet veel verbeterd, nauwelijks onderhouden, maar
we vinden een werkende elektrische aansluiting van 50 W dus hebben we
het prima naar ons zin.
Lieve Henk en Mary,
ReplyDeleteWat een leuke verhalen weer!
Liefs Lex en Petra