Monday, November 16, 2015

8 tot 15 november 2015

Oktober is voorbij gevlogen met de keukenrenovatie bij de Dixons in Los Angeles. Er werden keukenkastjes uit elkaar geslagen, aanrechtstukken uitgerukt, en de vloer – houten steunbalken, dwarsplanken, en twee lagen triplex – is verwijderd met een cirkelzaag en drie maten breekijzers. Planken die vroeger door termieten zijn leeggegeten (en slim door de vorige eigenaar met triplex bedekt, later het triplex weer aangegeten dus nog een laag triplex) zijn door nieuwe vervangen en de vloer is vervolgens betegeld, de muren en het plafond zijn gerepareerd, Henk is een paar keer onder het huis gekropen *jakkes* voor nieuw elektriek, de gaslijn is verlegd, de nieuwe kastjes zijn in elkaar gezet en opgehangen, de koelkast en de vrieskast zijn lekker schoon gemaakt en naar hun nieuwe plek gesleept, en de dumpster is volledig vol geladen. Intussen regelde Deirdre het huiselijke leven vanuit een kampeerkeukentje en picknicktafel op het terrasje achter, en de kinderen vonden de minder-dan-gewoonlijke supervisie geweldig. Het huis heeft dus een serieuze beurt nodig en wij, de werkploeg, willen een serieus weekje vakantie. Dus, op weg naar het Death Valley Nationale Park! Het is maar een paar uur hier vandaan, dus prima te doen.

Zondag 8 november

We ontsnappen om een uur of tien via route 14, vanuit Acton in Soledad Canyon waar onze “gewoonlijke” camping is. Voor we Palmdale bereiken, drie kwartier later, hebben we al besloten waar we iets gaan eten tussen de middag – eigenlijk nogal voor de middag ;) - bij Lupe's, tegenover de Home Depot. We hebben dit mini-restaurantje een paar weken geleden ontdekt. Het is zo in een hoekje verstopt dat je het nauwelijks kan vinden, twee keer het blok om voordat Henk het zag. Ontzettend lekker eten, alles zelf gemaakt inclusief de tortillas, door de opa en de twee vrouwkes (ik denk zijn vrouw en dochter) bereid in de keuken achterin en geserveerd voorin. Je kan ook bestellen voor een feestje. We vragen ons af of tamales geschikt zijn voor Thanksgiving ;)

De pret begint als we van het Home Depot parkeerterrein weg willen rijden, en we merken dat een van de “kelderdeuren” (de bergplaats onder de leefruimte) open staat. Gelukkig is het een lege bergruimte. Het blijkt dat de het slot vastzit in de gesloten positie met de deur in de open positie. Hoe in hemelsnaam? Geen idee! Maar goed, Henk heeft zijn gereedschap... het plaatje achter het slot komt eraf an na een aantal pogingen heeft hij de pin weer op zijn plaats. We zijn dankbaar dat we al zo vlug voor lunch gestopt zijn, anders was dit op de grote weg gebeurd...


Terug op 14 en dan 395, noordoost, door het stadje Mojave tot we bijna in Lone Pine zijn. Eenzame Denneboom, een prachtige naam voor een stadje. We zijn hier ten oosten van Sequoia National Park, recht achter de Sierra Nevada, de ruggegraat van Californie en de bergen waarvan de sneeuw voor het water van Los Angeles zorgt. Hopelijk dit jaar meer dan de afgelopen, oh, tien jaar of zo. Achter deze rug valt er natuurlijk nog minder regen/sneeuw, dus is het hier echte woestijn. Er wacht ons nog een kleiner bergruggetje en dan voila, Death Valley.
We slaan af naar het oosten op route 190 om de Argus rug over te steken op weg naar de Furnace Creek camping beneden in de vallei. We kijken van tevoren in de atlas of deze route aangeraden wordt voor vrachtwagens en bussen (dus ook kampeerbussen) en ja hoor, de weg heeft een groene schaduw, dus we zitten goed. We ontspannen lekker en genieten van het Mohave woestijnlandschap. Omdat Argus een bergrug is is het te verwachten dat er een pas is, maar het ziet er op de kaart goed uit, geen haarspeldbochten. Bovenop de pas, 1200m boven zeeniveau, stoppen we om het dal in te kijken. Zo mooi!
En dan zien we de weg, die vrolijk heen en weer naar beneden slingert... hmmm... en wacht even... er ligt nog een andere bergrug tussen... Henk werkt met de bergversnelling en de uitlaatrem om de gewone remmen te sparen terwijl we van de Argus afdalen. Er staan kleine bordjes langs de weg, iedere 300m. We dalen van 1200 naar 600 de Paramint Vallei in, dan omhoog tot 1500m de Paramint Range over, en dan straks uiteindelijk Death Valley in, waar het 85m of zo onder zeeniveau is. De bergen hebben een strenge schoonheid. De weg omhoog is knap steil, de bus haalt hier en daar nauwelijks 45 km/u, en Henk leunt zwaar op het pedaal.

Maar we halen het niet naar zeeniveau en Furnace Creek. Als we eenmaal over de Towne Pass zijn, aan de oostkant van de Paramint rug, zien we een veeg teken: een bordje waarop staat, pas op, de volgende 28 km naar beneden een helling van 6 tot 8%. Achtentwintig km!?! De bergversnelling en de uitlaatrem helpen niet genoeg en ongeveer halverwege beginnen de voorwielremmen te roken. We wijken uit op een uitwijkstrook voor drie kwartier om ze af te laten koelen en zodoende missen we onze kans om voordat het donker wordt bij furnace Creek aan te komen. Dus stoppen we een kilometer of drie verderop, in Emigrant, bij een piepklein kampeerterreintje – alleen tenten! We vallen nogal op... We bieden onze buurtjes onze verontschuldigingen aan voor de verbrande-rubber-stank nadat Henk de bus van 12 meter een tentplekje in manouvreert. Dit was beslist niet de goede route! We voelen ons nogal stom. Maar we hadden het nagekeken. Niet iets waar we van tevoren achter hadden kunnen komen :(

Maandag 9 november

We wachten even tot de meeste tenters weg zijn en dan draait Henk de bus achteruit ons tentplekje af. Nog een paar kilometers van 6% en dan zien we de Stovepipe Wells Camping. Er is plek zat voor kampeerbussen. We besluiten meteen hier te blijven, want, we kunnen wanner dan ook met de losse auto prima naar het bezoekerscentrum bij Furnace Creek, en, we bibberen nog na van gisteren. Het is hier heerlijk rustig met een enorme blauwe hemel boven ons van noord naar zuid, en prachtige bergruggen in de verte oost en west. We pakken een en ander uit, maken een bakje koffie, en gaan dan op weg naar het bezoekerscentrum om te zien wat er hier zo al niet te doen is. We merken dat er ontvangst is voor onze mobieltjes, maar alleen voor smsjes; we bewonderen de enorme reliefkaart; luisteren naar de ranger's babbeltje over zonneenergie; en kiezen wat we 's middags gaan doen, een ritje naar Zabriskie Point en Dante's View. De weg draait van zuid naar zuidoost achter een klein bergruggetje langs, de Zwarte Berg of zo iets. Eerst naar Zabrinskie, waar we parkeren en het geplaveide pad oplopen naar de uitkijkplek. Prachtig uitzicht maar winderig. Een stukje verderop slaan we af bij een zandweg die ons naar Dante's View brengt, zachtjes omhoog met het glooiende terrein achter de zwarte Berg, het laatste stuk steil omhoog, en dan zijn we op een (koud en erg winderig) parkeerterreintje bovenop. Het is hier bijna 1800m hoog, en we hebben een fantastisch uitzicht op het Badwater stuk van Death Valley – de zoutvlakte die op -85m ligt – en op de Paramint Range aan de overkant. Het is overwelmend mooi. En koud.

Dinsdag 10 november

Een vrouwtje bij het bezoekerscentrum gisteren vertelde ons dat Titus Canyon erg mooi is, en dat is ons plan voor de ochtend. Je komt er alleen via een eenrichtingsverkeer-zandweg (kiezelweg?) die in Nevada begint, een stukje voorbij de oostgrens van het nationale park. We rijden eerst nog een stukje verder door naar Beatty, een gehucht met een benzinestation en geen grootkruidenier, maar wel mobielontvangst! We vullen de tank, kijken dus eerst even naar onze email en Facebook ;), en dan rijden we terug naar de Titus-zijweg. Het begint als een hobbelige en saaie weg door de woestijn, maar dan rijden we het bovenste deel van de kloof in. De weg draait en slingert, we botsen heen en weer, en na iedere bocht is het prachtiger en nog prachtiger. De bergmuren zijn rood, groen, zwart, goud; de zandweg is zo nauw, zo vol met gaten, en nauwelijks uit de bergmuur gebeiteld... We zien (en stoppen om te kijken of we onze ogen kunnen geloven) grote hagelstenen, ze zijn nogal zacht maar beslist hagelvormig, niet sneeuwvlokken. Er hingen hier grijze wolken vanochtend. Blijkbaar is er wat uit gevallen :)
Na het hoogste punt liggen er een paar, duidelijk verlaten, mijnen langs de zandweg: eerst werd er koper uit gehaald, toen lood, en nu is het een ghost town. We eten onze lunch voor de schaft van de eerste die we tegen komen. Een stukje verder begint het laatste stuk van de kloof, een “slotcanyon”, met zijn hoge, steile, gesteenhouwde muren en smalle vloer. We rijden door de kiezels onderin de kloof waar, als het regent, de plotselinge overstromingen woedend de stenen en steentjes meesleuren. Daar zit je liever niet tussen. Die regenwolken vanmorgen – het is toch wel goed, he, want het hek aan het begin van onze zandweg was open? - maar toch zijn we opgelucht als we ineens uit de kloof breken en weer in de zon staan op de warme velleivloer. Dat was leuk, op een beetje enge manier. Een beetje eng op een leuke manier. Er is wat te beleven in de wereld!

Van hier rijden we naar het noorden naar Scotty's Kasteel toe. Dit is normaal een toeristenattraktie, maar het is nu dicht vanwege een enorme storm mid-oktober. Het is in een andere kloof, en is inderdaad bedolven onder modder, stenen, en troep. Het gaat maanden duren voor ze het opgeruimd hebben. We zijn echter niet op weg naar Scotty's; nee, we zijn van plan een vulkaan aan onze verzameling toe te voegen: de askegels van de Ubehebe en Kleine Hebe kraters. De een is 2000 jr oud en de andere 500. Nauwelijks dood! Er loopt een pad rond de bovenrand van allebei, aan elkaar verbonden, dat lijkt een leuke wandeling, maar een paar kilometer. Dus knarsen we steil omhoog door de askorrels, een uitputtend stuk van driekwart km. Hier hebben we er toch niet zo'n zin in, want het is heel, heel erg koud en heel, heel, heel winderig. We surfen over de askorrels terug naar beneden en klimmen gauw in de auto die door de zon lekker warm is gehouden. De termometer van de auto zegt 7 graden C. Plus de windfaktor. Brrr.

Woensdag 11/11

Vandaag staan er een heel stel korte wandelingetjes op het programma. Eerst rijden we naar Badwater, het verst naar het zuiden, om ons op de zoutvlakte te wagen. Dit doen we vroeg in de morgen, want daar is het altijd het heetst. Het mag hoger in de bergen koud zijn, maar hier is het een lekker warme ochtend. Na het vlonderpad en het eerste stuk van de vlakte waar de meeste mensen op het zout wandelen, gaan we nog een klein stukje verder. Hier lopen we op vochtig zout met pluizige mini-zoutkristalletjes. De regen van gisteren heeft wat zout opgelost en nu is het gelijk weer aan het uitkristalliseren. Henk schiet een paar plaatjes van grotere kristallen die in piepkleine plasjes brak water groeien. Verbazingwekkend.
Voorbij Badwater naar het zuiden is de weg afgesloten vanwege dezelfde oktober storm. We keren dus om – al onze andere wandelingetjes zijn verder naar het noorden, nogal verspreid, op weg terug naar de camping – en we gaan op weg naar Golden Canyon. Dit is weer een “slot”kloof, deze met (je raadt het al) goudkleurige muren. We zien ?borax? aders in het steen? Het is in ieder geval niet kwarts, het heeft een andere struktuur.
De volgende halte is bij het Furnace Creek bezoekerscentrum en we eten in de schaduw. Er komt muziek van het terrasje, waar de ranger een praatje over hagedissen gaat houden; de ranger komt dus maar naar ons toe bij de picknicktafels. Ze heet Naomi en is een interessant mens. Ze vertelt ons over de agent 007 hagedis en de Beach Boy hagedis – nee, niet hun echte naam ;) - en gebruikt Rodney de plaatselijke roadrunner als voorbeeld van waar die voedsel voor zijn. Ze legt ook uit waarom er muziek is: blijkbaar is er een groep mensen (ze rolt haar ogen rond en hoopt dood te gaan voor ze er lid van wordt), die zichzelf de 49ers noemen, en de tweede week in november komen ze samen in Death Valley om eer te doen aan de herinnering dat, ja, inderdaad, in 1849, er een groep goudgravers op weg was naar Californie, die eigenwijs de verkeerde route namen ondanks dat ze gewaarschuwd waren. Naomi vind niet echt dat die mensen, die zich hun eigen lot op de hals hebben gehaald, het verdienen om herinnerd te worden ;). Ze zijn niet eens onderweg dood gegaan of zo, moppert ze ;) Er is er een hulp gaan halen en die kwam terug met extra eten, dus het was echt niks bizonders, zegt ze nog ;) Dit verklaart, tussen haakjes, dat er zoveel kampeerbussen staan op de camping bij Furnace Creek. We zijn blij dat we in Stovepipe Wells staan!
Onze volgende parkeerplaats is bij het Harmony Borax fabriekje, zoiets dat je moet zien omdat het deel van de plaatselijke geschiedenis is, maar interessant, nuh. Dus maar snel op naar onze laatste wandeling: Salt Creek. Anderhalve kilometer over de vloer van de woestijnvallei naar een opening tussen twee heuveltjes. Hier is een lang vlonderweggetje aangelegd in de vorm van een lollie door een verrassend groen mini-dalletje. De bordjes leggen alles uit over zoetzuurkruid (pickleweed), dat het teveel aan zuit opslaat in zijn dikke ronde blaadjes, en als het te zout wordt gewoon een nieuw blaadje groeit; en over pupfish, die in water kunnen leven dat vier keer zo zout is als de zee. We horen water druppelen onder het vlonder en we zien een klein stroompje verschijnen en verdwijnen tussen de planten. Het is hier magisch... Er waadt een schattig klein Virginia roerdompje in het beekje, en waar het vlonder de bron van het beekje oversteekt kijken we of we pupvisjes zien. Nee, maar wat we wel zien zijn voetsporen van een reiger in het zand op de bodem. Geen wonder dat er geen visjes te zien zijn ;)
Na het eten rijden we terug naar Beatty omdat Henk een telefoonvergadering heeft voor Destination Imagination. Ik ben van plan een blogpost te schrijven en in te sturen, maar zoals gewoonlijk schrijf ik veel te veel. Misschien vrijdag.

Donderdag 12 november

Direct na het ontbijt trekken we Mosaic Canyon in, die vlakbij de camping ligt. Het is weer een slot canyon, deze keer met brede dalletjes tussen de nauwe stukken. Er zijn fantastische gladde, gepolijste breccia kloofmuren, met de kiezels en steenbrokken die in de zandsteen vastzitten net zo glad afgesleten als de rest van de kloofmuur. We genieten van de kloof terwijl we door de kiezels lopen in het laagste stuk, klauteren over glibberige gepolijste steenhellingen, weer een stuk kiezels, dan klimmen we om rotsen heen die de kloof versperren. Nog twee steile en nauwe glibbersteen klauterpartijen later vragen we ons af waarom, en we draaien ons om om weer van de kloof te genieten op de terugweg. Er zijn hier heel weinig planten, en die we zien zijn piepklein en groeien in gekke piepkleine rotsscheurtjes.
's Middags rijden we weer naar het bezoekerscentrum, waar Naomi ons, een klein groepje vogelliefhebbers, naar de golfclub leidt (ja, er is een golf club) om te zien of er vogels zijn. Drie uur 's middags, klaagt ze, ze geven me drie uur op het schema, wat voor vogels zie je nou om drie uur 's middags? Terwijl ze moppert vliegt er een witte duif over haar hoofd, dan een vlucht spreeuwen. We horen een specht. Rodney de roadrunner komt kijken, laat ons zijn mooie kuif zien, uit op een versnapering? Nee, dat mag niet. Op het uitzichtvlonder bij de vijver van de golfclub zijn er gehoornde leeuwerikken, meerkoetjes, een houteend, pipits, een moeraskoninkje, phoebes, en! een knalrode vermilion flycatcher! Heel zeldzaam! Naomi en een van de vogelkenners hebben het haast niet meer van plezier. Aan de andere kant van de vijver zien we een coyote met zin in een hapje meerkoet, maar ze zien hem op tijd. We blijven tot het schemert. Als we terug lopen vliegt er een Cooper's havik over de weg, en hij/zij gaat geduldig in een klein boompje zitten zodat we allemaal foto's kunnen nemen.

Vrijdag 13 november

Vandaag rijden we terug naar huis. Er zijn nog meer 49ers op de Furnace Creek camping, wat dit een goede dag maakt om weg te gaan ;) We nemen 190 naar het oosten, dan 127 zuid, dus we gaan niet over Towne Pass heen deze keer en trouwens ook niet echt over iets anders. Ik maak me toch zorgen over de remmen – het is notabene vrijdag de dertiende...
Voor we route 15 bereiken bij Baker staat er een fietser aan de kant met zijn waterflesje te zwaaien. Het is een Pool, op vakantie, op weg (alleen! idioterik!) naar Death Valley via zandweggetjes en kan hij water van ons kopen? We vullen al zijn flessen en flesjes, geven hem een extra 3,5 liter fles, plus een lange slok uit weer een andere fles, en weigeren geld. Ik lees later dat het vandaag landelijke-behulpzaamheidsdag is. We hebben er geen extra dag voor nodig.

Eenmaal op route 15 staan we een uur stil, geen idee waarom, er vliegt wel een helikopter en er komen zes politieauto's langs, maar er blijkt maar een auto langs de kant te staan met zijn voorkant omhoog. We waren bang dat het een dodelijk ongeluk was maar gelukkig niet. Misschien een gewapende bankrover ;)

Vanavond zijn we de enige kampeerders op een provinciaal park campinkje in San Bernardino/Victorville. Morgen nemen we de auto naar Redlands voor Dest.Imag., en daarna gaan we noordwaarts terug naar Palmdale, via 138 die achter de San Gabriel bergen loopt. Op die manier hebben we geen remmen nodig en dan kan ik ophouden met me zorgen te maken ;) We maken volgende week wel een afspraak voor de bus voor zijn jaarlijkse beurt. We willen morgenavond op het parkeerterrein van Walmart slapen, want, als we in Acton op onze favoriete camping terug komen, dan kunnen we gebruik maken van een hele goede aanbieding. Dat kan alleen als we een hele week weg zijn geweest.

We wisten eigenlijk niets over Death Valley behalve dat het in een woestijn ligt en het 's zomers erg heet wordt. We hadden geen idee – we hebben deze herfst meer natuurschoon gezien dan in een aantal gewone jaren tezamen! Ja, het is natuurlijk woestijn in Death Valley. Creosote struikjes, sagebush en coyotes. Niets om over naar huis te schrijven. Maar er is zoveel prachtigs, ongelooflijk! Ik gebruik dat woord een hoop de laatste tijd maar het is echt zo. En het is november, dus was het ook niet te heet. Dus wat we gaan doen is in de lente of volgend jaar in de herfst terug komen. We zien het wel zitten voor herhaalbezoekjes... net als Yellowstone en Utah. Genoeg om ons jaren bezig te houden.

Life is good.


1 comment:

  1. De keuken ziet er weer prachtig uit!! Ik ben heel benieuwd naar alle foto's!

    ReplyDelete