Friday, September 18, 2015

5 t/m 9 september 2015

Voor 5 september
Dit reisverslag wordt waarschijnlijk pas weken achteraf gepost. Mijn computer werd alsmaar langzamer en zieker in augustus. Henk denkt dat ik een nieuwe nodig heb, en dat is misschien ook wel zo, maar we zijn nu met pensioen en proberen grote aankopen een beetje verder uit te spreiden. Dus haalde Henk alles eraf, poetste ‘m schoon en herinstalleerde een en ander. Werkte om allerlei struikelblokken heen, en na een week L was de computer eindelijk weer beter. Ik mis nu natuurlijk een aantal programma’s – bijvoorbeeld, mijn favoriete kaartspelletjes collectie, maar ook, en dat is minder prettig, Word en Excel zijn weg. Daar hebben we de CD van, zegt Henk, maar kan ‘m nergens vinden. Zijn naturalizatiebewijs ook niet, en die heeft hij nodig om Social Security (onze AOW) aan te vragen. Die moeten dan in de kampeerbus liggen, denken we (als we thuis iets niet kunnen vinden, vallen we daar altijd op terug, en als we in de kampeerbus zijn, zeggen we, dat moet thuis liggen). En we vertrekken vroeg naar de westkust deze herfst omdat we Yellowstone National Park willen gaan zien. Dus wacht ik maar even met het blog.
5 september
Als we onderweg zijn hebben we alleen de MiFi en dat gebruikt ons beperkte dataplan, dus wat ik het liefst doe is mijn blogposts eerst in een Word document schrijven en er dan inkopieren, in plaats van het blogprogramma de hele tijd open te houden terwijl ik lekker op mijn gemak aan het typen ben. Zodoende maak ik nu maar notities in mijn blauwe schriftje tot we in Wyoming zijn (waar we de bus in april hebben geparkeerd). Het is vandaag eigenlijk 18 september, en nee, ik ben niet op mijn eigen computer bezig, maar op die van Henk. We kunnen de Office/Word/Excel CD ook niet in de RV vinden (idem dito de naturalizatiepapieren)… Ik weet niet of ik van Henk’s computer naar het blogprogramma kan posten – daarvoor zou ik me het paswoord moeten herinneren ;)
We vertrekken, op 5 september dus, met de Honda; en dit is de zaterdag van Labor Day Weekend, een landelijk lang weekend, het laatste weekend van de zomervakantie voor de meeste kinderen in de VS. De auto is al ingepakt, ontbijt en lunch liggen klaar in de koelkast met genoeg ijskoffie voor twee dagen; we hebben gisteravond alvast gedoucht, dus we hoeven alleen maar op te staan, kleren aan, en weg. Henk sluit gauw nog de trickle chargers aan op de accu’s van de autos die thuis blijven en ik wikkel lagen en lagen isolatie om de koeltas met de bevroren eetwaren en de zoetzuurverzameling heen, achter in de auto. Om half zes op, en we zijn 10 voor zes onderweg. Hoera! Voor jullie die net als ik graag de kaart lezen: we gaan van Newbury, New Hampshire via Keene en door Vermont naar Albany, New York: routes 103, 114, 9, 279, en 7. Als we eenmaal in New York zijn een klein stukje 87 en dan zitten we op de grote oost-westroute 90. Benzine is supergoedkoop, niveau 2004, en iedere keer als we tanken grijnzen we breed J.
De bergen in New Hampshire en Vermont zijn mistig en spookachtig, en het verandert pas in landbouw en veeteelt als we op de 90 zitten. Het is nog te vroeg voor herfstkleuren, en we zien alleen kraaien, gieren, spreeuwen, twee eenden en twee aalscholvers – dus amuseren we ons met nummerbordenspelletjes terwijl we door Noord-Pennsylvania, Ohio, en Indiana heen naar Illinois rijden. Als we bij het hotelletje in Chicago/Mokena inchecken hebben we nummerborden gezien van 26 staten plus een van Canada. We hebben de eerste 950 mijl - dat is, eh, ongeveer 1500 km - achter de rug. De eerste dag kan dat niet zo schelen, we wisselen iedere 2 tot 2,5 uur bestuurders, en we zijn nog niet stijf ;). Het is nog niet eens 9 uur, en we rollen al snel ons bedje in.
6 september
Om 6 uur zijn we klaarwakker en we zitten om 6:53 weer op de weg, allebei met een halve liter smakelijke, zelfgemaakte (en dus sterkte Nederland) ijsloze ijskoffie. De hele dag route 90. Door Illinois en Iowa tot Gothenburg in Nebraska, aankomst kwart voor zes. Er is tijd om voor het eten een stukje te gaan lopen. Er staan een heleboel oude verroeste boerenmachines om de parkeerterreinen van de plaatselijke restaurantjes heen. We vinden ze enorm interessant – typisch stadskinderen ;), en, niet zo gek na een dag lang op de saaie grote weg.
De enige andere interessante ogenblikken van vandaag zijn: als we bij de afslag door een wolk spreeuwen rijden die allemaal op hetzelfde ogenblik omdraaien, zoals spreeuwen dat typisch doen; en als we, dom, ja, denken dat we even bij een quiltwinkel op de grens van Iowa binnen kunnen gaan kijken (nee, suffie, niet voor tienen op de zondagochtend van Labor Day Weekend). We hebben nu 40 staatsnummerborden plus 2 van Canada. Guldenroede, guldenroede, zonnebloemen, zonnebloemen, mais, mais, hooggrasprairie voor we de Mississippi over steken en laaggras erna – en dat alleen in geisoleerde kleine stukjes en langs de weg. 1100 km.
7 september, Labor Day
Vandaag rijden we alleen maar naar Denver, Colorado. Littleton om precies te zijn, maar 500 km, om op bezoek te gaan bij vrienden van Destination Imagination. Henk heeft gezegd dat we er om 12 uur zullen zijn. Om 7 uur op, om 7:37 op weg. Dat ik deze details opschrijf is omdat ik een afwijking heb, niet omdat het nuttig is ofzo ;). Het regent een beetje maar niet genoeg – het is hier zooo droog. We verlaten uiteindelijk de 90 en duiken Colorado in op route 76, en merken gelijk dat de nare landbouw-monokultuur van Nebraska verandert in omheinde en te veel afgegraasde hoge prairie. Daarna route 25, mais, suikerbieten. Vandaag geen nieuwe nummerborden.
We komen bij onze vrienden aan om 10 over 12 – we waren al om 11:58 in hun straat maar konden het huisnummer niet vinden. We vergaten even om naar een huis te zoeken met een stuk steenkunst in de voortuin… Ik schud mijn hoofd, want we WETEN dat Frank beeldhouwer is. Het is enorm gezellig, en we bewonderen zelfs Frank’s werkplaats, inclusief waar hij op het ogenblik mee bezig is, plus de machinerie die hij ook zelf maakt om de enorme steenbrokken rond te draaien  en te “snijden”. Dan gaan we uit eten en krijgen iets op ons bord wat we nog nooit eerdergegeten hebben: Henk, elk biefstuk (wapiti), ik kwartels.
8 september
We vertrekken om kwart voor acht. Het eindpunt van vandaag is Rawlins, Wyoming, 630 km. Het is een prachtige morning met heteluchtballonnen ten westen van route 25, met de Rocky Mountains in de achtergrond. We zien een eenzame bison vlak voor de Wyoming grens, waarschijnlijk van een ranch. Als we eenmaal op route 80 zitten (ook een grote oost-west verbinding) zien we onze eerste supertreincombinatie van deze tocht: 4 loks trekken vooraan, dan 104 vrachtwagonnen, plus nog 2 loks achteraan om mee te duwen. Duidelijk een trein die de Rockies over gaat.
Rawlins is waar de kampeerbus heeft gezomerd. We hebben haar er in april achtergelaten, op een ongebruikt plekje, en nee, zeiden ze, waarom zouden ze een sleutel nodig hebben? Maar halverwege de zomer belden ze op, Henk stuurde de sleutel via FedEx, ze zetten de bus achter een hek en vervolgens breidden ze het terrein uit. We zijn dus nogal nieuwsgierig wat we zullen vinden. We komen in Rawlins aan om een uur of twaalf, eten eerst iets, en rijden het kampeerterrein om half een op. Tussen haakjes, vandaag weer geen nieuwe nummerplaten.
Wat belangrijker is: de bus vrijlaten! En ze start gelijk bij de eerste poging. Wat een lieve meid! ;) Henk laveert heen en weer, oh, 5 of 6 keer, om haar van achter twee andere kampeerbussen vandaan te peuteren en het hek uit krijgen. Dan krijgen we een prima plek en een gratis nachtje. We brengen de middag prettig door met het uitladen van de Honda, onze spulletjes inruimen, boodschappen doen, en lekker zelf avondeten koken. Sir Duck, Elvis en de Pink Baron – onze dashboard maatjes – verhuizen naar de kampeerbus samen met onze drie knuffelplantjes. Niet echt knuffelplantjes, want ze prikken nogal, maar ze gaan overal met ons mee naar toe, zodoende. Henk kijkt op het internet naar kampeerterreinen voor morgen en ik bel er een paar. Het wordt Cody, WY, ongeveer 75 km ten oosten van de oostingang van Yellowstone NP.
9 september
Vandaag is woensdag. Ik begin te vergeten wat voor dag van de week het is… We beginnen op ons gemak om 9:20 – nou ja, dat zou eerder geweest zijn, maar, de afdek-lappen boven de slide-outs rollen niet goed op. Henk ziet er grassprietjes uitsteken, dus ik klim op het dak met die lange staaf met het haakje, die ervoor is om de kleine zonneweringen uit te trekken, ik ga op mijn buik liggen, en vis de vogelnestjes eruit… Henk gaat achter de laatste beetjes stro aan vanaf de allerbovenste tree van de ladder. Brrr! Ik hou de ladder stevig vast zonder ook maar enige hoop dat ik er iets aan zal kunnen doen als-ie omvalt.
Vandaag helemaal geen grote weg – hoera! WY staatsweg 287, 135, 789, en 120. We komen langs hele kleine plaatsjes en hele grote ranches tot we in Riverton zijn, waar er een Social Security kantoor is. Henk wil vragen wat hij nu moet doen, zonder naturalizatiebewijs. Een paspoort telt blijkbaar niet… Oh, oeps, alleen op maandag en vrijdag open. Hmm. Wat nu… Dan eten we maar onze boterhammetjes op op het parkeerterrein en rijden door naar Cody, de geboorteplaats van Buffalo Bill. We zien vandaag veel pronghorns, plus een aantal muilherten, koeien en paarden, zwaluwen, bluebirds en raven, eksters, en een grouse. Dat is een soort wilde kip, gespikkeld bruin, en even dom. Wat voor grouse weet ik niet – als ik in het vogelboek kijk zie ik dat er een heel stel van is.

No comments:

Post a Comment