Thursday, April 16, 2015

11 tot 13 april 2015





11 tot 13 april

Ik kon zaterdagavond geen foto’s aan het blog toevoegen, de wi-fi van het hotel had er geen zin in. Ik prbeer het nog een keer, we zijn intussen thuis en hebben dus een goede verbinding. Kijk maar even terug naar de vorige post of het gelukt is. De blog post van vandaag heeft geen foto's.

Zaterdag 12 april, dag 14, hadden we de hele dag een heerlijk zonnetje in Nebraska, Iowa, en Illinois. We bleven bijna de hele weg op rte 80, pas toen we al bijna in Chicago waren sloegen we af naar rte 55 naar het noordoosten, en toen de plaatselijke route 83 naar Mt. Prospect; dit is een plaatsje ten noordwesten van de grote stad, waar Henk een motel had besproken. Het was een dag vol grote rivieren. Eerst, nog in Nebraska, de Platte, een brede en ondiepe rivier die water brengt in het erg droge Nebraska, en dus zagen we al maar meer bomen hoe verder we naar het oosten kwamen. De Missouri over en Iowa in was het landschap nog minder droog, en toen we eenmaal de Mississippi over en Illinois in waren zagen we zo veel bomen, riviertjes, reservoirs, en boerevijvers dat het wat water betreft weer “normaal” was. Wel een verschil met Los Angeles!
We zaten ‘s ochtends nog maar pas op de grote weg, ten oosten van Kearney, Nebraska, toen ik een clubje ganzen in V-formatie over zag vliegen – nee, niet ganzen? Grotere vleugels, slanker, elegant zelfs, licht grijs maar met uitgestrekte nek, dus ook niet reigers… Het vogelboek dacht dat het misschien sandhill kraanvogels waren, en we zitten midden in het trekseizoen. We zagen er de volgende 20 kilometer genoeg in de bruine maisvelden rondstappen en de lucht invliegen om het te bevestigen. Gaaf! Zondag begon al even goed, we hadden nauwelijks het hotel in Chicago verlaten of we zagen twee keer een wilde knobbelzwaan.

Wat we eten is altijd een uitdaging als we lange ritten maken in de auto. In de kampeerbus kunnen we er zelf voor zorgen; we kunnen ergens stoppen om een hapje te eten, maar het hoeft niet. In de auto zijn we er echter op aangewezen wat er langs de grote weg beschikbaar is… dus hebben we nogal wat McDonalds slaatjes gegeten en burgers en dan was er natuurlijk iedere ochtend het instant hotel ontbijt met hotelkoffie. Nouja. Zucht. Dan liever thee… Maar zaterdagavondavond was er vlakbij het hotel, nog geen 10 minuten lopen, een leuk barbecue eethuisje waar we lekker hebben zitten kluiven, en zondag, op twee typische grote weg rustplaatsen waar we van bestuurder wisselen, was er starbucks koffie bij de eerste en bij de tweede een lekker - en enorm - slaatje (een slaat dus eigenlijk) met kip en ham en salami en twee soorten geraspte kaas, met paprika’s en uiensliertjes en grote plakken tomaat bovenop het groenvoer. Allebei twee pakjes dressing, het smaakte heerlijk, en dit alles voor $ 6,50 pp. Toch niet gek he.

Route 90 loopt door Mt. Prospect, dus daar zaten we zondagochtend al meteen op. En we bleven erop tot Albany, New York, anderhalve dag later, ergens midden in de laatste etappe, behalve om het centrum van Cleveland, Ohio heen (80, 480, 71, en weer terug op 90). Het is een tolweg en we weten eigenlijk niet hoeveel het ons gaat kosten, want we hebben een EZ pass, dus weet je niet echt hoeveel je betaalt…
We konden het Michiganmeer heel even zien zondag, in Cleveland, te kort om te kunnen zien of er nog ijs op lag, maar een stuk verderop zagen we het Eriemeer, en dat lag nog aardig dicht. We reden ook nog parallel met Meer Ontario, maar te ver weg om het te zien. De kant van de weg en de weilanden waren nog niet echt groen aan het worden. Er gebeurde zondag verder niets interessants en we reden het parkeerterrein van het motel in Seneca Falls, New York op omstreeks etenstijd. Het meisje aan de balie raadde ons een bar aan om een hapje te eten, “maar,”, zei ze, “een gentlemen’s bar, het is daar gezellig”. Het was toch wel wat lawaaierig, maar het eten was prima. En niet instant.

Maandag 13 april, dag 16. De laatste dag van de reis! Het was maar een ietsje meer dan een halve dag. Vlak voor Albany, New York, verlieten we eindelijk route 90, en via een stukje 87 (dezelfde weg waar we een ander stuk van nemen als we om New York City heen rijden) kwamen we op route 7 terecht. Hier lieten we het interstate highway systeem achter de rug. Het gaat snel en het is lekker rechttoe rechtaan, maar veel minder leuk dan de kleinere provinciale wegen. Rte 7 bracht ons naar de grens met Vermont, gaf zichzelf nummer 9, en dook de Green Mountains in. Het was niet koud, een graad of 17, maar er lag nog zat sneeuw onder de dennenbomen en er hingen nog genoeg ijspegelmassa’s aan de steile stenen “muur” waar ruimte voor de weg in het graniet uitgehouwen is. Die pegelmassa’s zagen eruit of ze ieder ogenblik naar beneden konden storten. De Green Mountains zijn nog niet aan de lente begonnen, nog niet groen maar wit, en de temperatuur ging 5 graden naar beneden terwijl we de bergrug opklommen. Het werd weer warmer toen we er aan de andere kant af kwamen en in minder dan geen tijd waren we in New Hampshire. We voelden ons meteen thuis, want rte 9 gaat door Keene en Hillsborough en Henniker. Dat stuk kennen we prima want Niamh heeft daar gestudeerd, en meer recentelijk zijn we er wezen kano’en (spelling?) en in juli vorig jaar zijn we er naar het Rhododendron Staatspark geweest.

Henk en ik hadden een weddenschapje lopen hoe laat we thuis zouden zijn. Hij dacht 1 uur ‘s middags, ik zat te rekenen en verwachtte meer omstreeks 2 uur; hij rondt altijd af naar beneden, en trouwens, we gingen in Hillsboro gelijk een paar boodschapjes halen. Maar toen ik het lijstje af had leek het op minstens 5 tassen vol, en ik keek eens naar de ruimte bij mijn voeten, en, nee. Achterin de auto was ook geen ruimte, als we een deur open deden kwam er al van alles uit schuiven. Dus geen boodschappen onderweg, en Henk won de weddenschap.

Thuiskomen is altijd fijn. Maar dan haal je alles uit de auto, je lieve echtgenoot gaat meteen aan de belasting aangifte werken, je gaat naar de dichtbijzijnste kruidenier in Warner, komt weer thuis, en dan kan je de boel op gaan ruimen. Dinsdag was Henk nog steeds bezig onze belastingschuld te verminderen en ik moest zowel mijn rijbewijs als mijn paspoort vernieuwen. Maar goed, toch lekker thuis.

En nu gaan we het huis beter organiseren dan de eerste poging in november. Een plan maken voor de toekomstige tuin. Een slaapkamer en badkamer afwerken en inrichten op de zolder. Het gewone leven bij de Ooldersjes is weer begonnen…

No comments:

Post a Comment