Thursday, October 10, 2013

7, 8, 9 oktober



Maandag 7 oktober. Het grote avontuur van vandaag is 300 km naar de dealer rijden in Provo. Nou ja, we maken er wel iets leuks van. Eerst werkt Henk een uurtje, terwijl ik alles inpak, en dan maar weer de weg op. Zoals gewoonlijk op een weekdag/werkdag rijd ik de kampeerbus. Eerst op route 191 naar het noorden tot rte 70, een stukje west, dan rte 6 diagonaal richting Salt Lake City, en het laatste stukje op rte 15.
Als we eenmaal Moab uit zijn veranderen de rode mesa’s naar iets grijziger en meer afgerond. Halverwege rte 6 voelt het ineens andres aan – de weg slingert naar links en rechts en gaat omhoog, een landschap dat half berg en half canyon is. Ik rij ons met sukses naar boven, hoewel een ietsje in de stress in de krappe bochten op de nauwe weg vol vrachtwagens. Dan volg ik, met nog drie voertuigen voor me, een asfalt truck met een pickup truck erachter, een stadje in waar de weg gerepareerd word. De truck en pickup slingeren tussen de roodwitte markering heen naar waar er gewerkt wordt, de drie vourtuigen en ik passeren langzaam en veilig, en dan besluit de pickup bestuurder om zonder te kijken weer tussen de markering heen terug te slingeren – net naast onze deur. Gelukkig zie ik hem aankomen en ik wijk net op tijd uit, terwijl de werklui naar de domme bestuurder staan te schreeuwen. Diepe zucht! Ik ben kilometers verder voor mijn bloeddruk weer een beetje normaal is. Na we een hapje hebben gegeten, op een parkeerplaats die boven een canyon/vallei hangt, neemt Henk het stuur van me over zodat ik me kan ontspannen, en hij rijdt de laatste kilometers, over een soort bergpasje, naar Provo/Orem.
Na een kort bezoek aan de dealer zoeken we het kampeerterrein op. Dat valt niet mee: ze hebben hier een “handig” systeem met straatnamen, het heet W(est) 700 S(outh) street, S(outh) 700 W(est) street, enz. We raken een beetje in de war. Maar komen er uiteindelijk toch.

Dinsdag, weer een dagje zonder rijden. ’s Middags lopen we een stukje naar het meer, maar het is koud en winderig dus gaan we al gauw weer terug. Het telefoontje van de dealer was teleurstellend: ze moeten onderdelen bestellen (hmmm… waar heb ik dat eerder gehoord?), die zijn er maandag pas, dan nog drie of vier dagen voor de reparaties. Dat is 9 of 10 dagen. Dus: plannen aanpassen! Yellowstone en de Grand Tetons, dat was al niet meer erg waarschijnlijk omdat het nationale parken zijn, die zijn nu beslist dit jaar van de baan. Ze hebben trouwens ook slecht weer, dus dat is niet eens zo erg. Ik denk dat we het Salt Lake City gebied maar eens grondig gaan verkennen, misschien een ritje naar Colorado. We zien wel. Maar eerst: een paar dagen naar Antelope Island State Park.

Woensdag, en we pakken weer in – het word teen routine, Opa Henk een of twee telefonische vergaderingen, ik ruim op, dan neemt hij een half uurtje vrij om alles af te sluiten, en deze keer vult hij de watertank tot het randje – er is geen water voor kampeerders op Antelope Island. Dan zijn we onderweg. Even bij de dealer langs voor een leenauto, en ik rij de kampeerbus een uur lang achterna. Dan zijn we er. Eerst maar voor een dagje betalen, we kijjken eerst of het wat is, dan rijden we over de lange dam, kriskras over de prairie-achtige noordpunt van het eiland, en vinden het kampeerterrein. Er zijn 25 plekjes, erg ver uit elkaar, allemaal met vol uitzicht op de kleine baai, het meer, de eilanden in het noorden, en in de verte, de bergen aan de overkant. Als we later naar het bezoekerscentrum gaan zien we bisons verderop. Dus boekt Opa Henk voor een week of zo ;). Het is een ontzettend gaaf eiland!

No comments:

Post a Comment