September 2013
Even terug in de
geschiedenis: ons huis in Londonderry heeft afgelopen zomer te koop gestaan.
Men is komen kijken en vond het prachtig, maar geen kopers, want het ligt “aan
een drukke weg”. Niet echt, maar het is geen woonerf, en daar kunnen we niet
veel aan doen. Dus besloten we in augustus om dan maar huurders te zoeken en
die hadden we al in een dag of twee. Een gezin, net als wij, ze hadden drie
kindertjes en dachten, nog een erbij en dan is het gezin compleet, behalve, bij
hun is het vierde kindje een drieling... dus het kan hun veel minder schelen
dat de straat “druk” is want ze vinden al die slaapkamers boven erg fijn, plus
de ruimte beneden, de grote tuin, en zelfs de vijver. Omdat het om huren gaat
hoefden we niet te wachten tot de hypotheek rond was; onze spulletjes waren er eind augustus uit, het
nieuwe gezin erin, zodat de twee oudste kinders de eerste dag van het nieuwe
schooljaar in hun nieuwe klas zaten.
Met alles
opgeslagen, en wij thuisloos, hebben we een paar nachtjes bij de diverse
kinderen geslapen en op 6 september zijn we vertrokken naar de Philippijnen –
zakenreis voor Opa Henk, plezierreis voor mij. We vlogen van Boston naar Tokyo
naar Manila naar Cebu en bleven daar twee weken. Ik tenminste, drie weken voor
Opa. We hebben er Destination Imagination op poten gezet, hopelijk gaat dat
lekker lopen, en beide weekenden fantastisch gedoken bij Cebu en een nabij
eiland, Bohol: boottochtjes, warme zeebries, warm water, zeeschildpadden,
kleine inktvisjes, zeesterrenkussentjes, koraal, kleurige kleine visjes,
scholen sardienen, barracuda’s, mini garnalen, kreeften, zeeslangen,
zeeslakken, schelpen, heremietkreeftjes, enz enz. Als je ooit de kans krijgt
moet je een keer gaan duiken. Het is ongelooflijk.
De week die ik
eerder thuis was dan Opa Henk heb ik in een timeshare grand hotel doorgebracht
in de White Mountains van New Hampshire, heen en weer rijdend naar de kinderen
en kleinkinderen. Opa was er op de 26e eindelijk ook. Nog een paar
nachten gelogeerd bij de kinderen (en de diverse auto’s hier en daar veilig
geparkeerd), en het was zover: de jaarlijkse rit naar de westkust. De
kampeerbus was in april in Arizona gebleven, maar die hebben we nu nodig om in
te wonen tot we een klein huisje gebouwd hebben in Newbury, NH, volgend jaar,
dus gaan we op weg naar Arizona. We nemen de nieuwe Mazda CX-5.
28, 29, 30
september
Zaterdagochtend
laten we de huurders zien hoe ze de vijver moeten laten overwinteren; en we
laden de Mazda, stoelen neer, helemaal vol met alles wat mee moet plus de
schoenendoos met hollandse kaas – tja, er zijn nu eenmaal dingen die we NIET
berijd zijn aan de kinderen te geven ;)
Daarna naar Boston om nog een paar uur bij Lisa en Shannon en de
kleintjes door te brengen. We rijden er
weg tegen etenstijd om de eerste vier uur rijden achter de rug te hebben. New
Hampshire, Massachussetts, Rhode Island, Connecticut, New York, interstate
grote weg 93, 95, en 287 naar Mahwah, net over de grens van New Jersey. Bedtijd.
Zondag en
maandag: erg lange rij-dagen. We stoppen iedere paar uur voor benzine, even
naar de wc, benen strekken, lunch of avondeten, en bestuurders wisselen. Het
landschap is bekend, hier saai, daar aantrekkelijk. Mijn favoriete stukjes zijn
Pennsylvania, waar de weg diagonaal een paar ruggen van de Appalachian
mountains oversteekt, en de Blue Ridge en Smoky mountains in Virginia en
Tennesee. Dat is op zondag: route 287, dan 78, 81, en 40 door New Jersey,
Penns., Maryland, Virginia, en Tennessee. We slapen in een motel in Nashville,
TN, en zijn een tijdzone opgeschoven.
Maandag wordt het
landschap droog en droger. Henk werkt via de MiFi, ik rij. Niet veel
interessants behalve een plaatsje dat Sweetwater heet, maar we begrijpen die
naam beter in Odessa, Texas, onze bestemming, want er zitten daar zoveel
mineralen in het water dat het niet te drinken is. De plaatselijke bevolking is
het daar zelfs mee eens. Vandaag zijn we door Tennessee en Arkansas gekomen, nu
in Texas, via route 40, 30, en 20.
1, 2, 3 oktober
Dinsdag werkt Opa
Henk weer en rij ik weer. Van Odessa naar Tucson, Arizona is veel korter, en
dat is maar goed ook, want onze zitvlakken hebben aardig last van zadelpijn
;) De route gaat door het droogste deel
van Texas, route 20 en dan 10, aardig saai, maar na El Paso – uitzicht op
Mexico aan de linkerkant – wordt het beter. New Mexico heeft veelkleurige
mesa’s en dat houdt het interessant. We blijven op route 10 tot we in Tucson
aankomen. De mobieltjes zeggen half drie, want Arizona doet niet mee aan
zomer/wintertijd dus is het ineens twee uur vroeger.
Als we aankomen
kunnen we de kampeerbus zien vanaf de ingang, en de hoes zit er niet meer op.
Nu waren we gewaarschuwd dat de woestijnwind nogal te keer kan gaan, en Henk
had er een verzekeringetje voor afgesloten, dus we maken ons geen zorgen. In
ieder geval hoef ik het dak niet op om te proberen het enorme geval netjes op
te vouwen voor volgend jaar! De camping eigenaars hebben de afgescheurde
stukken zelfs netjes opgeruimd – het zag er waarschijnlijk ook niet uit,
natuurlijk – dus zelfs dat hoeven we niet te doen. En de bus slaat meteen aan
als Henk het sleuteltje omdraait, hoera. We zetten ‘m op een kampeerplek, gaan
boodschappen doen, en gelijk even langs bij Camping World vanwege de gescheurde
hoes: o, oeps, we hadden de flarden mee moeten brengen, anders krijg je geen
nieuwe… Ik snap meteen hoe deze verzekering winst maakt, je doet er alleen een
hoes op als je er een tijd lang niet bent, dus is er normaal niemand om de
flarden te verzamelen, tja, en dan hoeven ze niet uit te betalen. Maar nee
hoor, Opa en de kampbazin gaan het met fotos proberen te regelen. We zien wel
of dat lukt. Ze voelen zich er in ieder geval beter mee.
We nemen woensdag
vrij, welverdiend niet?, en gaan een paar uur naat het woestijnmuseum. Het is
42 graden in de schaduw, dus gaan we in de oude mijn kijken naar de uitgestalde
klonten halfedelsteen en andere mineralen. Dan gaan we bij de kolibries, de
otters en de bevers langs. We wisten niet dat er vroeger rivieren in Arizona
waren die het hele jaar water hadden met bevers en otters erin, maar de
verklaring op het informatiebord zegt dat dat voor er veehouders waren met te
veel koeien, die te veel graasden en te veel water gebruikten. Jammer. De stroombedden
staan nu bijna het hele jaar droog.
Donderdag krijgt
de kampeerbus en kleine beurt en intussen maken we een ritje in de Bergen zuidoost
van Tucson. Het is er koeler, er zijn zelfs een paar ski pistes. Zo ver komen
we niet, want het is een nationaal park, en die zijn nu gesloten aangezien de
regering zichzelf heeft afgezet. Breek me de bek niet open L. Ieder parkeerterreintje en
picknicktafeltje is afgezet met geel plastic. Maar toch hebben we lekker onze
boterhammetjes opgegeten, hoog op “Windy Point”, met een uitzicht van jewelste.
Daarna terug naar de garage. Een paar dingen zijn klaar, en er worden een paar
onderdelen besteld onder de garagtie, zoals bijv. een nieuwe keukenkraan, als
die helemaal open staat komt er nog nauwelijks water uit. Die onderdelen sturen
ze dan volgende week door naar een ander filiaal, hangt ervan af welke we dan
net dichtbij zitten.
We zijn daar
halverwege de middag eindelijk de deur uit en besluiten de rit naar Flagstaff
te beginnen: route 10 naar Phoenix, dan 17 naar het noorden. Warm eten in
Phoenix – echt eten, niet fast food – en Henk rijdt ons in het donker naae
Flagstaff. We hebben dit stuk al eerder gereden, dus missen we niets nieuws.
Als we er zijn gaan we naar de WalMart, parkeren er tussen een stuk of 10
andere kampeerbussen, halen voor de show een paar boodschapjes, en gaan naar
bed.
No comments:
Post a Comment